Nikolaas Jacobus de Koning 

Luitenant-kolonel b.d., lid van No 2 Dutch Troop en erelid COV Gld
Drager van o.a. de Bronzen Leeuw, het Bronzen Kruis en Officier in de Orde van Oranje Nassau 
 
Overleden op 19 mei 1997 te Apeldoorn in de leeftijd van 89 jaar.
 
Overste de Koning was van februari 1961 tot december 1963 commandant van het Korps Commandotroepen. Onder grote belangstelling is hij op 23 mei 1997 in Ugchelen met militaire eer ter aarde besteld.
 
 
 
 
Op 16 september 1907 ziet hij het levenslicht in het Zeeuwse Krabbendijke. Hoewel hij de opleiding heeft gevolgd voor onderwijzer kiest hij uiteindelijk een geheel andere richting en neemt een baan aan als rentmeester op een landgoed in Argentinië. Als Nederland in mei 1940 overvallen wordt door de Duitsers, aarzelt hij geen moment en begint hij aan de lange reis naar Engeland. Hij wordt ingedeeld bij de koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene. Als er vrijwilligers worden gevraagd voor de commando's meldt hij zich en volgt op 35 jarige leeftijd met succes de commando-opleiding in het Schotse Achnacarry.
 
In december 1943 vertrekt hij met No.2 (Dutch) Troop naar het verre oosten, waar hij begin 1944 samen met enkele collega's wordt ingezet met No. 5 Commando aan het front bij Arakan. Na terugkeer in Engeland reikt Z.K.H. Prins Bernhard aan hem voor moedig gedrag het Bronzenkruis uit. 
 
Begin september 1944 wordt commando de Koning, samen met een zevental andere Nederlandse commando's door Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO) aangewezen om oven bezet Nederland te worden geparachuteerd. in de nacht van 11 oktober 1944 wordt hij samen met sergeant van de Veer, korporaal Michels en adjudant Groenewout van de Belgische SAS gedropt in de omgeving van Veenhuizen in Drenthe. Licht gewond bij de landing begint hij enkele dagen later aan zijn opdracht om de Binnenlandse Strijdkrachten in Friesland te gaan opleiden. Als "Arie Prins" en later onder de schuilnaam van "Albertus Werkman" staat de inmiddels tot sergeant bevorderde commando mede aan de basis van een goed bewapende en georganiseerde eenheid. In het voorjaar van 1953 wordt hij voor moedig en beleidvol optreden in Friesland onderscheiden met de Bronzen Leeuw, de één na hoogste dapperheidsonderscheiding.
 
Eind augustus 1945, drie dagen na zijn huwelijk, wordt hij in Londen ontboden. Daar krijgt hij te horen, dat hij is bevorderd tot eerste-luitenant en wordt hij voor een korte opdracht naar Ceylon gestuurd. De opdracht zal in totaal 4 jaar duren! In die periode speelt hij een belangrijke rol in de vorming en ontwikkeling van de paracommando eenheden in het voormalig Nedelands-Indië. Na vele functies binnen de diverse paracommando-eenheden vervult hij als laatste de functie van Commandant Opleidings Centrum Regiment Speciale Troepen. Na terugkeer in Nederland wordt hij bij het pas in Roosendaal neergestreken Korps Commandotroepen belast met de opleiding van de eerste commando-opleidingen voor dienstplichtigen en later de 1e Commando Compagnie. Na diverse functies in de Koninklijke Landmacht wordt hij in 1961 Korpscommandant. In die periode zorgt hij er voor dat er een aanvang wordt gemaakt met het opleiden van parachutisten.
Nadat hij in december 1963 het commando over het korps heeft overgedragen aan luitenant-kolonel Horsthuis, vervult hij nog een staffunctie bij het Legerkorps alvorens op 31 augustus 1967 afscheid te nemen van het leger. Hij doet dat temidden van "zijn" commando's te Roosendaal. Op die dag benoemd H.M. de Koningin hem tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Ook na zijn actieve periode in de Koninklijke Landmacht is hij nauw betrokken geweest bij het Korps Commandotroepen, o.a. als lid van de adviesraad van de Commandostichting. Ondanks zijn hoge leeftijd was hij op 22 maart 1997 aanwezig op de reünie.
 
Met het overlijden van lkol. b.d. de Koning is een commando heengegaan, die zijn hele leven "voorop" ging, inspireerde en stimuleerde door het persoonlijk voorbeeld in houding. voorkomen en optreden. Een voorbeeld voor allen!.
 
Rust in vrede