Aan een (samengestelde) eenheid van bataljonsgrootte of zelfstandige compagnie, die in het kader van internationale vredesoperaties wordt uitgezonden, kan door de Commandant Landstrijdkrachten een "Uitzendvlag" worden toegekend en uitgereikt. De Commandotroepencompagnieën zijn geen zelfstandige compagnieën maar worden regelmatig zelfstandig, zonder een (korps)stafelement uitgezonden, waardoor zij wel recht hebben op deze vlag. De vlag is dubbeldoeks uitgevoerd in de nationale kleuren, 80 cm lang en breed en omzoomd met oranje franje. In het midden is het embleem van de Koninklijke Landmacht aangebracht. Op de blauwe baan is in goudgeel de naam van de eenheid in een deel van een cirkelvorm aangebracht. Na beëindiging van de uitzending kan tijdens de uitreiking van de persoonlijke herinneringsmedailles een vlaggenband aan de uitzendvlag worden bevestigd door of namens de Commandant Landstrijdkrachten. De vlaggenband is uitgevoerd in nassau-blauw, 6 cm breed en 100 cm lang met een opschrift van het inzetgebied of land van inzet, de afgekorte benaming van de operatie en de uitzendperiode.
Uitzendvlag Korps Commandotroepen (voorzijde) met vlaggenbanden.
De uitzendvlag zoals we die vandaag de dag kennen heeft bij de Koninklijke Landmacht van na de Tweede Wereldoorlog een drietal voorgangers gehad. De oudste is de Korea-vlag van het Nederlands Detachement Verenigde Naties Korea uit 1950. Het moederonderdeel van het detachement, het Regiment van Heutsz, beschikte in de periode 1950-1954 nog niet over een vaandel. Daarom werden de door de presidenten van de Verenigde Staten en Zuid-Korea uitgereikte "battle streamers" aan de nationale driekleur gehangen, zoals de Amerikanen dat ook gewend waren. Daarna zijn soortgelijke vlaggen uitgereikt in Nieuw-Guinea en aan de Rampenbrigade. In de jaren 1965-1992 zijn er wel missies geweest maar werden geen uitzendvlaggen meer uitgereikt. |
|
In de jaren negentig, met zijn opeenvolgende uitzendingen, kwam het idee van de uitzendvlaggen weer boven water en werd dit door de Koninklijke Landmacht als enige krijgsmachtdeel formeel en tot in detail uitgewerkt.
Opschriften vlaggenbanden
Korps Commandotroepen
Bosnië-Herzegovina SFOR dec 1996 - april 2000
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
103 Commandotroepencompagnie
Afghanistan ISAF augustus – december 2007
Korps Commandotroepen
Bosnië-Herzegovina SFOR dec 1996 - april 2000
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
103 Commandotroepencompagnie
Afghanistan ISAF augustus – december 2007
Afghanistan ISAF april - juli 2010
104 Commandotroepencompagnie
Afghanistan ISAF 2 april – juli 2002
Irak SFIR 2 december 2003 – februari 2004
Irak SFIR november 2004 – maart 2005
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
Afghanistan ISAF 4 augustus – december 2006
104 Commandotroepencompagnie
Afghanistan ISAF 2 april – juli 2002
Irak SFIR 2 december 2003 – februari 2004
Irak SFIR november 2004 – maart 2005
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
Afghanistan ISAF 4 augustus – december 2006
Afghanistan ISAF augustus – december 2009
105 Commandotroepencompagnie
Bosnië-Herzegovina SFOR maart 2000 – maart 2001
Afghanistan ISAF 1 januari – april 2002
Afghanistan HRF(L)HQ mei – augustus 2003
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
Afghanistan ISAF december 2006 – augustus 2007
108 Commandotroepencompagnie
Bosnië-Herzegovina UNPROFOR februari 1994 – juli 1995
Bosnië-Herzegovina IFOR december 1995 – januari 1997
Afghanistan HRF(L)HQ januari – mei 2003
Irak SFIR maart – november 2004
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
Afghanistan ISAF-3 maart – augustus 2006
105 Commandotroepencompagnie
Bosnië-Herzegovina SFOR maart 2000 – maart 2001
Afghanistan ISAF 1 januari – april 2002
Afghanistan HRF(L)HQ mei – augustus 2003
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
Afghanistan ISAF december 2006 – augustus 2007
108 Commandotroepencompagnie
Bosnië-Herzegovina UNPROFOR februari 1994 – juli 1995
Bosnië-Herzegovina IFOR december 1995 – januari 1997
Afghanistan HRF(L)HQ januari – mei 2003
Irak SFIR maart – november 2004
Afghanistan OEF april 2005 - april 2006
Afghanistan ISAF-3 maart – augustus 2006